Overdenking

Heel lang geleden toen God de wereld had gemaakt, wilde hij voor alle mensen een vonk van zijn goddelijke wezen achterlaten. Een belofte aan alle mensen dat ze konden zijn of worden wat ze wilden. Hij zocht naar een plaats om deze goddelijke vonk te verbergen, want als hij het de mensen te gemakkelijk zou maken zouden ze deze vonk niet naar waarde kunnen schatten.

Een van zijn engelen kwam met het idee de goddelijke vonk op de hoogste bergtop te verbergen, maar God had de mens avontuurlijk aangelegd en wist dat ze al gauw de hoogste toppen zouden kunnen bereiken. Een andere engel dacht aan een plek diep in de aarde, maar God wist dat de mens naar de diepste plekken zou gaan graven.

De derde engel sprak over een plek midden op de oceaan, maar God zei dat op een dag mensen schepen zouden bouwen, waarmee ze de grootste oceanen zouden bevaren. De engelen hadden geen ideeën meer, maar God sprak glimlachend: "Ik zal het op de plek verbergen die het minst toegankelijk is. De enige plek waar de mens er niet naar zal zoeken. De goddelijke vonk verberg ik diep in de mensen zelf."